Nederland pronkt met de meest efficiënte landbouw ter wereld, maar wie goed rekent ontdekt dat de hoge kosten nauwelijks opwegen tegen de opbrengsten. Landbouwwetenschapper en boer Meino Smit en boerin Jolke de Moel laten zien hoe het anders kan. Boeren met de natuur mee geeft veel gezonde banen en put de aarde niet uit.
“Dat gangbare boeren op relatief weinig grond heel veel produceren is een van de grootste misvattingen”, valt onderzoeker en bioboer Meino Smit met de deur in huis. In ‘De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw, 1950-2015-2040’ beschrijft hij de Nederlandse landbouw als een miljardenindustrie die drijft op fossiele brandstoffen, subsidies en een netwerk van dure toeleveranciers.
Smit berekende dat in werkelijkheid voor iedere hectare landbouwgrond elders in de toeleverende keten nog eens twee hectare nodig is. “Voor veevoer, energieproductie en de infrastructuur om alles draaiende te houden.” Ook voor iedere werknemer op het land zijn er twee nodig in de toeleverende keten. “Denk aan machines, kunstmest, chemie en veevoer. Dus per saldo is gangbare landbouw arbeidsintensiever dan we denken.” We zijn door de jaren heen dan ook niet zoveel opgeschoten. Smit berekende dat we in Nederland sinds 1950 slechts 17 procent meer opbrengst hebben, maar dat ons dat wel zes keer zoveel energie kost.
Alles doorberekenen
Jolke de Moel herkent dit. “Wanneer wij 4 ton graan per hectare van het land halen, dan is dat een prima resultaat. Maar in de intensieve landbouw halen ze er wel 6 ton vanaf”, vertelt boerin Jolke de Moel. Samen met haar man Mathias von Mirbach bestiert ze in het Duitse dorpje Kattendorf een Community Supported Agriculture (CSA); een biologische boerderij met 450 hectare grond. Hun opbrengst verkopen ze rechtstreeks aan 1.100 klanten in de “We hebben in Nederland sinds 1950 slechts 17 procent meer opbrengst, terwijl dat ons wel 6 keer meer energie kost.”
“Je moet niet alleen kijken naar wat je oogst, maar ook naar wat je erin stopt: kunstmest, pesticiden, water, fossiele brandstoffen. Wij gebruiken op onze agro-ecologische boerderij veel minder middelen van buitenaf, terwijl we de bodem zo min mogelijk verstoren en de biodiversiteit in stand houden. Uiteindelijk is dat échte efficiëntie.”
Wie efficiënt boert in de 21e eeuw, boert met de natuur mee.
Waarom we natuur en landbouw zo van elkaar scheiden is Smit sowieso een raadsel. Hij pleit voor een landbouw waarin boeren samenwerken met de natuur in plaats van haar te bestrijden. “Waarom hebben we aparte natuurgebieden met hekken eromheen , terwijl je natuur en landbouw prima kunt combineren? Biodiversiteit is de goedkoopste vorm van plaagbestrijding. Het probleem is dat het huidige systeem alleen oplossingen zoekt in technologie en nog meer middelen, terwijl de natuur dat veel efficiënter regelt.”
Wurggreep
Wanneer agro-ecologische landbouw goedkoper en efficiënter is, hoe kan het dan dat de markt dit nog niet heeft omarmd? Volgens Smit zitten boeren in een wurggreep. “Banken, supermarkten en de agrarische industrie verdienen geld aan de boer. Die ziet zich gedwongen om precies te doen wat de markt en overheid van hem vraagt, en krijgt vervolgens net genoeg om te overleven. Willen ze verduurzamen, dan worden ze tegengewerkt door regelgeving en lobbyisten.” De Moel herkent dit. “Onze kosten zijn veel hoger, want we krijgen minder subsidies. We besteden ons werk niet uit aan lagelonenlanden, maar betalen de Duitse lonen. Dieren krijgen meer ruimte en beter voer dat we zelf telen en stierkalfjes blijven bij ons tot ze na twee jaar geslacht worden.” De kosten om verantwoord voedsel te maken worden nu verhaald op de boer zelf, die het vervolgens weer moet verhalen op zijn klanten.
De oplossing is volgens Smit vrij eenvoudig. Hij pleit voor een landbouwsysteem waarin maatschappelijke kosten worden doorberekend aan de producenten en vervuiling niet langer wordt afgewenteld op de belastingbetaler. “Zolang het goedkoper is om milieuvervuiling af te schuiven, zal de markt zich niet aanpassen.” Op dit moment wordt de werkelijke kostprijs van onze landbouw doorgeschoven naar andere sectoren en de maatschappij. “Burgers betalen via belastingen, hun gezondheid, vervuild water en milieuschade de werkelijke rekening van ons goedkope eten.”
Veel meer boeren nodig
Op de boerderij van Jolke en Mathias met een eigen kaasmakerij en winkels werken nu negentig mensen, maar personeel is nu nog een probleem. “Voor boeren is het heel normaal om vijf tot zes dagen per week zo’n tien uur te werken. Het is lastig om jonge, nieuwe boeren te vinden die de boerderij over willen nemen.” Daarnaast vindt ze dat er op dit moment te veel wordt gestunt met de prijs van groente en vlees, en daardoor worden boeren, de bodem en de natuur uitgeknepen. “We zullen echt anders moeten gaan kijken naar de waarde van ons voedsel.”
Politiek moet nú in actie komen
Zowel Meino als Jolke zien een belangrijke rol voor de politiek in de transitie naar duurzame landbouw. “De overheid moet publieke langetermijnbelangen beschermen in plaats van kortdurende winstbejag faciliteren,” stelt Meino. “Er zijn genoeg politici die willen helpen, maar ze weten niet dat het anders kan. Ze vragen om voorbeelden.”
Volgens Smit is de keuze simpel: of we veranderen, of we worden door de natuur gedwongen te veranderen. De Moel ziet dat verandering tijd kost. “We planten veel verschillende zaadjes op verschillende momenten. Dat geldt voor de landbouw, maar ook voor bewustwording. We hebben duizenden kleine druppels nodig om een gloeiende plaat te blussen.”
“De bodem zo min mogelijk verstoren en de biodiversiteit in stand houden. Uiteindelijk is dat échte efficiëntie.”
Over Meino Smit
Meino Smit is onderzoeker en bioboer. Hij studeerde cultuurtechniek (landinrichting en waterbeheer) in Wageningen en promoveerde aan Wageningen University op de werkelijke duurzaamheid van de Nederlandse landbouw en schreef het boek Naar een duurzame landbouw in 2040. Op zijn biologische boerderij past hij de principes toe die hij in zijn onderzoek ontwikkelde: een landbouw zonder gif en kunstmest, waarin biodiversiteit de basis vormt voor een veerkrachtig ecosysteem.
Over Jolke de Moel
Jolke de Moel is een Nederlandse boerin en agro-ecologisch ondernemer. Ze studeerde Bos- en Natuurbeheer in Wageningen en werkte in de biologische tuinbouw in Engeland. In Nederland richtte ze een CSA op in Amersfoort en was mede-oprichter van het CSA-netwerk in Nederland. Met haar Duitse man Mathias von Mirbach runt ze Kattendorfer Hof, een biologische boerderij nabij Hamburg, waar ze zich inzet voor duurzame en eerlijke landbouw.
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )